Donderdag 17 februari, vrijdag 18 februari, zaterdag 19 februari, zondag 20 februari, maandag 21 februari

Torres del Paine –> Ushuaia

Vanuit Puerto Natales rijden we in een paar uurtjes naar het Torres del Paine NP. Bij de ingang worden we opgehaald door een minibusje dat ons naar onze refugio gaat brengen. Daar aangekomen beginnen we meteen met een leuke wandeling. De meest indrukwekkende wandeling maken we op de tweede dag; het is, in tegenstelling tot onze verwachtingen, erg warm hier in Zuid-Chili, dus we zorgen ervoor dat we voldoende water bij ons hebben. Want, hoewel de Chilenen allemaal een orde- en schoonmaakfetisj lijken te hebben, gaat het drinken van water uit meren en riviertjes ons, en onze door Boliviaanse bacterien geteisterde magen, net iets te ver. De klim naar de mirador (uitzichtpunt) die we willen bezoeken belooft 5 uur te gaan duren. Ondanks de straffe wind die van alle kanten tegelijkertijd lijkt te komen, zijn we al vrij snel bij het Campamento waar we gepland hadden te pauzeren. Pas vlak voor het eindpunt moeten we even gas terugnemen omdat we steil omhoog gaan over een pad dat we eigenlijk geen pad zouden willen noemen, stenen, gruis, losliggende grote keien, we beklimmen het bovenste rotsachtige stuk van een berg. Boven aangekomen is het uitzicht op de Torres del Paine adembenemend. We zoeken een vlakke kei uit waar we languit op gaan liggen om van het uitzicht te genieten. We nemen wat foto´s en vervolgen dezelfde weg terug naar onze refugio.

Na de volgende dag nog wat rondgewandeld te hebben, nemen we de bus terug naar Puerto Natales, waarvandaan de volgende dag de bus naar Punta Arenas vertrekt. Punta Arenas is eigenlijk de meest zuidelijk gelegen fatsoenlijke stad in Chili, zo’n 48 uur rijden vanaf de hoofdstad Santiago, dat ongeveer in het midden van Chili ligt. Overal een takkeneind vandaan dus, maar we vermaken er ons best, ondanks het feit dat op zondag alles, maar dan ook alles, hier gesloten is.

Vanuit hier vertrekken we verder naar het zuiden, namelijk naar de meest zuidelijke stad ter wereld: Ushuaia, dat weer in Argentinie ligt. Als je denkt dat dat niet zo heel ver is, omdat we in Punta Arenas al bijna van de aardkloot afvallen en het land er hier uitziet als door God en iedereen verlaten (of is er misschien nooit iemand geweest?) dan heb je het mis, we rijden nog zo’n 12 uur, inclusief grenspassage, waar Teun nog een mooie stempel op de pagina ‘kinderen’ in z’n paspoort krijgt, voordat we in Ushuaia aankomen.

Dinsdag 22 februari, woensdag 23 februari, donderdag 24 februari

Ushuaia – de naam klinkt niet echt als de rest van Argentinie en dat is omdat er hier op Vuurland honderdvijftig jaar geleden nog gewoon een gezonde hoeveelheid inheemse bevolking leefde. Zo langzamerhand kunnen we voorspellen hoe dat gegaan is: er kwamen witte mensen die het land koloniseerden en de inheemse bevolking ging ten onder aan slavernij en/of nieuwe ziektes. Ja hoor! Ook hier was dat het geval, maar de naam Ushuaia is toch blijven hangen. De meest zuidelijke stad ter wereld dus. Behalve het bordje ‘fin del mundo’ is het hier ook een handige opstapplaats voor mensen die vanaf hier de Zuidpool met een bezoekje gaan vereren (want, zuidelijkste stad ter wereld). Ten slotte ligt het ‘gewoon’ aan de rand van een nationaal park dus voldoende mooie natuur in de buurt. De toeristen in Ushuaia zijn ook hier weer een internationaal en gemeleerd gezelschap, maar de lokale middenstand heeft goed in de gaten dat Engels spreken hier handig is en dat doen ze dus ook. Ook treffen we een paar posters aan die de lokale bevolking er op wijzen dat ze aardig moeten zijn tegen toeristen. Leuk!

De activiteiten die we hier doen (behalve op de foto gaan met het bordje ‘La Quiaca 439537 km’) zijn naar het National Park gaan en een boottochtje over het Beagle kanaal. Het National Park is een interessant verhaal; Ushuaia was honderd jaar geleden een strafkolonie, waar de gedetineerden een soort vrijwillige slavenarbeid deden. Ze konden in de gevangenis blijven rotten, maar ook, als ze braaf waren, erop uit, de wildernis in, om daar grondstoffen te mijnen en een spoorweg aan te leggen, dit alles natuurlijk onder supervisie van boos kijkende bewakers met geweren. (Ontsnappen was mogelijk, maar zinloos en dus vaak van korte termijn.)

Het Beagle kanaal heet zo omdat Darwin er met zijn Beagle doorheen vaarde en hier het een en ander heeft opgepikt om zijn evolutietheorie verder vorm te geven. En ja, ook hier zien we interessante vogel- en zeeleeuwachtigen.

Dan de vlucht naar Buenos Aires. BA voelt een beetje als thuiskomen. Als we op het vliegveld landen voelen we een zweem van herkenning, maar het is toch echt alweer drie weken geleden dat we er de vorige keer waren. We krijgen een betere kamer in hetzelfde hotel en ‘s avonds gaan we naar San Telmo, een beetje de Pijp van BA met leuke terrasjes en alleen lokalio’s, waar we het restaurant bezoeken wat volgens Tripadvisor op dat moment het beste van de stad is. Het stelt niet teleur!

De volgende dag lopen we opnieuw door San Telmo, ook bij dag is het een mooi stukje stad, voordat we afreizen naar de busterminal voor onze laatste grote nachtbusreis. In onze naiviteit willen we een uur voor vertrek van de bus een taxi nemen – maar daar zitten de taxichauffeurs niet op te wachten. Het is blijkbaar spitsuur! Gelukkig rijdt er een niet extreem volle metro en komen we ruim op tijd aan op Retiro station. In de bus blijken we de beste plekken te hebben – bovenin en helemaal voorin, zonder mensen voor ons, met vol zicht op de weg en land voor ons. De reis naar Puerto Iguazu gaat 16 uur duren maar met de goede bediening + eten houden we het prima vol. 🙂 Brazilie here we come!