Arequipa en de Colca Canyon
Na de nachtbus uitgeslaapwandeld te zijn regelen we een taxi naar ons hotel waar we de rest van de middag de slaap inhalen die we in de nachtbus gemist hebben. Arequipa is een mooie koloniale stad, waar helaas het boevengilde goed huishoudt volgens onze handboeken. Gelukkig hebben we ze weten te omzeilen. ´s Avonds ter variatie kaasfondue gegeten, yum!
De volgende ochtend is het tijd om naar de Colca Canyon te gaan, een tocht van een paar uur over grote hoogte (lees: 5000 m) brengt ons naar een lodge in Corporaque, vanwaar we een prachtig uitzicht hebben over de Canyon. We relaxen in hangmatten (nogmaals: met uitzicht!) en genieten van de geBBQde alpaca die hier voor ons wordt klaargemaakt. In de Colca Canyon (de allerdiepste canyon ter wereld) leven condors die we de volgende dag met een bezoekje vereren. Dat we iets later aankomen dan gepland (we zijn niet hoogteziek maar wel hoogtemoe) is in ons voordeel want vandaag hebben de condors kennelijk ook behoefte gehad om uit te slapen en we spotten er maarliefst 6!!
Na dit avontuur besluiten we te gaan relaxen in de plaatselijke spa, waar we in de brandende zon zwemmen in vulkanisch zwavelwater. Erg gezond, zo wordt beweerd.
Puno en het Titicacameer
Na nog weer een lange rit over grote hoogte (waar Annette besluit haar reeds genuttigde ontbijt te offeren aan de plaatselijke goden Pachamama en Pachatata) komen we aan in Puno. Puno is een leuk maar toeristisch stadje aan het Titicacameer. We hebben duidelijk slaap nodig (offeren kost energie 😉 ) en besluiten van ons oorspronkelijke plan af te wijken en iets meer te relaxen. De keuze valt op een dagtrip over het Titicacameer waarbij we de Uros-eilanden en het eiland Taquile bezoeken. Op de terugweg slaat het weer om en lijken we op een woeste zee te varen in plaats van een meer. We zijn blij dat we het land bereiken.
Cuzco en de Inca Trail
Vanuit Puno gaan we naar Cuzco, een stukje meer in het noorden van Peru, ooit de hoofdstad van het Incarijk. Cuzco is een toeristsiche plaats met veel hippies en authentieke backpackers maar het koloniale stadscentrum wordt hierdoor niet minder mooi. Vanuit Cuzco worden we opgehaald om aan de Incatrail te beginnen. In vier dagen 45 kilometer lopen lijkt niet zo veel, maar als er pieken van 4250 meter tussen zitten blijkt dit een heel ander verhaal te worden. Gelukkig hebben we mazzel met het weer. Alleen de eerste en de laatste dag een beetje regen (dit heet enorme mazzel in de regentijd!) en op de laatste dag klaart het op tijd weer op om een paar mooie foto´s van Machu Picchu te schieten.
La Paz en Amaszonas
Onze laatste avond in Cuzco wordt ook onze laatste avond in Peru én we hebben de Incatrail gelopen, reden om extra lekker uit eten te gaan, want koken dat kunnen de Peruanen! Vanuit Cuzco vliegen we naar La Paz, de onofficiële hoofdstad van Bolivia. La Paz heeft het hoogste fatsoenlijke vliegveld ter wereld (4km) en als we landen zijn we toch enigszins buiten adem. We zitten in een hotelletje in het toeristencentrum en dat betekent dat we lekker rustig over straat kunnen lopen en de markt kunnen verkennen, waar verkooptoppers als gedroogde lamafoetussen ons vermaken. De volgende dag slapen we uit (wekker 07:45) om in een lekker 16-mans schudvliegtuigje de tocht van La Paz naar Rurrenabaque te maken; een vlucht van 40 minuten. Bij uitstappen verbazen ons over het gigantische verschil tussen het klimaat van La Paz en Rurre. We gaan een paar dagen de jungle in; lekker genieten van het regenseizoen…
Recent Comments