Woensdag 2 februari
Na het ontbijt verschranst te hebben (ons avondmaal gisteren bestond dor de enorme vertraging uit niet veel meer dan Pringles) verkassen we naar ons eigenlijke hotel. We verkennen Salta, internetten wat en strijken neer op een terrasje. Heerlijk vooruitzicht dat we de komende dagen geen strak programma hebben. Helaas lijkt Teun nog altijd last te hebben van het slechte Boliviaanse voedsel en moeten we die middag op zoek naar een dokter/ziekenhuis. Het ziekenhuis waar de eerste dokter ons naar toe stuurt valt niet echt in de smaak (omdat het eruit ziet als een Sovjet lanceerinrichting) en dus besluiten we voor een “second opinion” naar een tweede dokter te gaan die wonderwel Engels spreekt, z´n CV heeft afgedrukt op het briefpapier, in Frankrijk heeft gepraktiseerd, diploma aan de muur en foto van het gezin op het bureau scheppen vertrouwen en Teun slikt de komende dagen braaf een voorgeschreven antibioticummetje. Na een diner met veel vlees en wijn (of paste dit nou niet in Teuns dieet?) vallen we voldaan in slaap.
Donderdag 3 februari en vrijdag 4 februari
Na de medical tour van gisteren is het nu tijd voor de echte toeristen city tour. Gelukkig is Salta lekker klein en goed te navigeren. De dagen lopen wat door elkaar; we genieten van deze provinciale oase en de rust na een paar weken lang van het ene naar het volgende hoogtepunt te sjezen. De dagen bestaan uit ontbijten, slenteren, terrasje, slenteren, lunchen, slenteren, dineren, af en toe wat internetten en een al dan niet geslaagde poging om naar huis te bellen. We eten vlees, veel vlees. In Argentinie serveren ze niet echt groente bij het vlees en moet je dit apart bestellen. Op de verjaardag van Annettes oma eten we een lekker taartje aan het stadsplein om dit te vieren. Teun kijkt nerveus naar het voortrazende verkeer en beseft dat hij zich hier binnenkort in moet mengen. We zijn heerlijk uitgerust.
Intermezzo: Reizigers
Het moet gezegd worden: reizigers zijn een raar slag mensen. Allemaal. Zo na een tijdje rondreizen merk je dat er een paar verschillende soorten reizigers zijn. Ze mengen niet vaak en als dat gebeurt, vinden ze het maar niks; ziet u, het grappige aan de soorten reizigers is dat ze allemaal neerkijken op elkaar, want hun soort reizen is de enige echte. Een kort overzicht.
* Hippies. Te herkennen aan: kleurige stoffen kleding, op zoek naar goedkoop hostel met al hun bagage, muziekinstrument (liefst gitaar, maar alles wat herrie maakt is goed) en natuurlijk de onvermijdelijke en ongewassen dreadlocks. Vaak Israelisch, Argentijns of Braziliaans, maar iedereen kan zich hippie genoeg voelen voor een bloemetjesrok! Dieet: crackers (als avondeten) en het menu del dia (lunch, als er geld over is).
* Backpackers. Te herkennen aan: backpack. Maar ook: lamatrui, wandelstok, t-shirt ´I survived the worlds most dangerous road’ en, vreemd genoeg, ook overdag een pyjamabroek. Zoeken elkaar actief op in speciaal daarvoor aangelegde reservaten, waar geweldige dingen om hier te doen worden uitgewisseld, niet-lokale gerechten worden gegeten en geklaagd dat alles zo duur is (jawel, ook in Bolivia). Motto: alles zien, maar wel zo goedkoop mogelijk.
– Ons Soort Mensen. Te herkennen aan: privechauffeur, leeftijdsverschil, outfit van The North Face / Lowe / Columbia, shampoo. Zoekt in elke stad het duurste restaurant op, omddat je ´daar gegeten moet hebben´. Betalen graag de extra toeslag voor een tweepersoonskamer met douche tijdens de Inca Trail. Alles vantevoren geboekt, want niet al te lang op reis, het werk wacht weer!
Zaterdag 5 februari
Vanochtend vroeg op ontbijten en daarna de auto opgehaald om naar onze volgende uitvalsbasis, Purmamarca, te rijden. De summiere routebeschrijving, matige bewegwijzering en heel misschien in de laatste plaats Annettes kaartleeskwaliteiten zorgen ervoor dat we moeite hebben om de weg te vinden. Eenmaal de juiste weg gevonden, worden we halverwege de stoffige, desolate, grintgruizende smalle weg (en na ongeveer 2 uur rijden) staande gehouden bij de politiepost van het “dorp” Ing. Maury. De dienstdoende agenten melden ons dat de weg verder onbegaanbaar is vanwege overstromingen. We moeten rechtsomkeert maken en rijden terug naar Salta, waarvandaan we het opnieuw proberen via de enige andere weg naar het Noorden. Ook dit blijkt toch een uitdaging te zijn , maar na een weg met 2753 bochten langs een pittige afgrond, komen we aan het einde van de middag dan toch aan in Purmamarca. Een hippiedorp in een schitterende omgeving!
Zondag 6 februari
Purmamarca bevindt zich in een vallei, toevallig ook een weg naar Chili, waar je uitzicht hebt op bergen en heuvels die, door een mooi samenspel van verschillende lagen mineralen, bijna als een regenboog zoveel kleuren hebben. Je kunt er niks doen behalve van het uitzicht geniegen en misschien wat wandelen. We zitten in een heerlijk hotelletje, ons meest luxueuze tot nu toe, en vandaag maken we een ´kort´ritje naar het noorden, de vallei van Humahuaca in. We zien onderweg een monument dat ons vertelt dat we de Steenbokskeerkring passeren (joechei!) en een pittoresk gekleurd begraafplaatsje. Humahuaca zelf is een dorpje met een bewandelbaar centrum en een plein met een mooi monument dat een paar meter hoger ligt, de bevrijders van Argentinie eert en mooi uitzicht biedt op de vallei. Ook bezoeken we nog een oude ruine van een pre-Inca stadje en `s avonds eten we weer in het enige fatsoenlijke restaurant van het dorp.
Maandag 7 februari
De weg die, toen we naar Purmamarca toe reden, “halverwege” bleek te zijn afgesloten, willen we vandaag proberen te nemen om terug naar Salta te gaan. Het belooft een lange rit te worden door een leeg landschap, we zorgen dat de tank vol zit en we voldoende water bij ons hebben. We genieten van het uitzicht, nemen eerst nog een hoge pas van bijna 5000m waarna we een stop maken bij prachtige zoutvlaktes. Vanaf daar stopt de weg. Oh nee – hij gaat onverhard door. Dit is de Ruta 40, de langste weg ter wereld die zelfs de Route 66 verdubbelt. Het is een weg die van het uiterste noorden (hier) naar de zuidelijke grens met Chili gaat en doet daar ongeveer 5200km over. Het is ook een weg die niet echt helemaal geplaveid is… we rijden over een kleivlakte, opspattend grind, zand waarvan je je afvraagt of het nog wel de weg is en is op zo veel plekken overstroomd dat we bang worden dat we om moeten gaan keren. Na een paar uur in de schitterende leegte te hebben gereden komen we aan in San Antonio de los Cobres, een lange naam voor zo´n klein dorpje. We eten wat bij ´het´ restaurant, gooien ´voor de zekerheid´ de tank nog een keer vol en vervolgen de route richting het eerder genoemde Ing. Maury, alwaar we opnieuw gestopt worden… Verschrikt kijken we elkaar aan. ´s Ochtends hadden we iemand van het hotel laten bellen met de verkeerspolitie en de weg zou goed moeten zijn, maar dat zei een agente ons eergisteren (toen niets minder waar bleek te zijn) ook. Omkeren zou nu 9 uur omrijden zijn en het was inmiddeld 5 uur ´s middags, we zijn op twee uur van onze eindbestemming. We maken kennelijk indruk met onze vriendelijke glimlach en blonde lokken en het inmiddels bijna vloeiend Spaans dat we spreken – want met de waarschuwing dat we heeeeeel voorzichtig moeten rijden laten de agenten ons gelukkig gaan. Gelukkig, zo blijkt, want het had ook anders kunnen zijn. We begrijpen waarom, als we even later een personenauto vast zien zitten in een stuk overstroomd grindpad – waar wij ook langs moeten. Teun neemt even polshoogte en Annette flirt uit voorzorg met de chauffeur van de vrachtwagen die achter ons is gestopt. Aan de andere kant van het water besluit een auto maar weer om te keren (twee uur, mensen, twee uur!) Als we achter hem aanrijden komt het volgens hem wel goed, en zo niet, dan belooft hij ons karretje (een two-wheel-drive Volkswagen Gol) uit de “rivier” te slepen. We nemen een flinke aanloop, en Teuns rijkunsten maken dat dit helemaal niet nodig is. Bravo! Onder luid applaus van de omstanders vervolgen we onze rit, en s avonds trakteren we ons op een lekker stukje vlees en ravioli.
Dinsdag 8 februari
We missen de hoogte. Salta ligt op slechts 1150 meter hoogte. Daarom staat voor vandaag op het programma om de heuvel, die Salta flankeert, te bestijgen. Wel eerst lunchen natuurlijk, we nemen het menu del dia in een lokalio-hangout. Daarna lopen we door naar het parkje waar onze kabelbaan naar boven verstrekt! Zwitserse kwaliteit, zo valt op de machine te lezen, dus we durven best in te stappen. We verbazen ons nog even over de grootte van deze provinciehoofdstad met een miljoen inwoners. We hebben niet genoeg geld voor de tocht naar beneden, dus we kopen een zoet ijsje en lopen zelf naar beneden. s Avonds eten we ergens dat gisteren dicht was en waar wij ons flink op verheugden: de beste plek om in Salta vlees te eten, in casu een dubbele portie bife de lomo. YUM!
Recent Comments